Diagnostiek
Behandeling
& Advies
| Venlo| Maasbree | Limburg | Zwolle|
Boudewien Vermeer
GZ-Psycholoog
Kinder- en Jeugdpsycholoog NIP
Limburg
Brabant
Expat Kinderen
Intelligentieonderzoek | VENLO| Psychologenpraktijk10
IQ test |
Overijssel | Zwolle
Noord Limburg | Venlo
Mogelijke kenmerken hoogbegaafdheid:
Hoewel geen enkel kind hetzelfde is zijn de volgende kenmerken veel voorkomend bij hoogbegaafde kinderen:
-
Sneller in het begrip en het verwerken van nieuwe/moeilijke informatie
-
Een ongewone alertheid vanaf zeer jonge leeftijd
-
Sterk vermogen tot het leggen van verbanden
-
Het kunnen bedenken van originele ideeën en oplossingen
-
Een intense nieuwsgierigheid en grote leergierigheid
-
Altijd redenen en achtergronden willen begrijpen
-
Een zeer goed geheugen
-
Een grote en rijke woordenschat
-
Veel feitenkennis en een grote algemene ontwikkeling
-
Een scherp gevoel voor humor
-
Goed zijn in/houden van woordgrapjes
-
Zeer taakgericht en geconcentreerd kunnen werken
-
Op jonge leeftijd gedetailleerd kunnen tekenen
-
Kritisch richting zichzelf en anderen
-
Hoogsensitief/(over)gevoelig; ongebruikelijke emotionele diepgang
-
Abstract, complex en vanuit inzicht kunnen denken
-
Sterk rechtvaardigheidsgevoel en idealisme vanaf jonge leeftijd
-
Kritisch ten opzichte van alles, dus ook van regels, gewoonten en tradities
-
Vaak in gedachten verzonken, neiging tot dagdromen
-
Gevoelig zijn voor en rekeninghoudend met gevoelens en behoeften van anderen (ook ten koste van zichzelf)
-
Het al jong kunnen doorzien van sociale patronen en herkennen van emoties bij anderen
-
Vroeg gericht op en bezorgdheid omtrent allerlei (levens)vragen
-
Goed in staat/geneigd zichzelf te vermaken en dat lang kunnen volhouden
-
Vaak het initiatief nemen en de leiding nemen in spel (op jonge leeftijd kan dit overkomen als 'de baas' spelen)
-
Sterke eigen wil
-
Vroeg gericht zijn op letters en woorden, zelfstandig leren lezen en schrijven, vaak al voor groep 1
-
Vroeg gericht op cijfers en getallen, zelfstandig leren rekenen
-
Gevoelige zintuigen (geluiden, geuren, smaken en aanraking)
-
Ongeduldig richting eigen onvermogen en dat van anderen
-
Weinig behoefte aan slaap
-
Zeer levendige fantasie en creativiteit
-
Laat en/of moeite met leren zwemmen en fietsen.
bronnen: Hoogbegaafd, Als je kind geen Einstein is, Tessa Kieboom (2007); Handboek hoogbegaafdheid, Eleonor van Gerven (2011) en De begeleiding van hoogbegaafde kinderen, Jamens T. Web (2013).
Intelligentie kent (min of meer) een normaalverdeling. Deze is als volgt:
bron: Informatiepunt Onderwijs, Hoogbegaafdheid en Excellentie
Theorieën hoogbegaafdheid:
Er bestaan meerdere theorieen met betrekking tot hoogbegaafdheid. De meest gangbare die momenteel gebruikt wordt is de theorie van Renzulli, aangevuld met de theorie van professor Monks van de Universiteit van Nijmegen. Renzulli gaat uit van het "drie ringen model", hierbij gaat het om 3 persoonskenmerken:
-
Intelligentie: Buitengewone capaciteiten
-
Motivatie: Doorzettingsvermogen om een taak te volbrengen, de wil om een doel te bereiken.
-
Creativiteit: De wijze waarop problemen worden aangepakt ofwel een originele wijze oplossen of bedenken van problemen
Professor Monks heeft bij deze drie ringen de invloed van buitenaf omgevingsfactoren) toegevoegd. Deze factoren zijn medebepalend voor het tot uiting komen van de aanlegsfactoren/talenten.
-
gezin: de mate waarin het gezin het kind steunt en bemoedigd.
-
school: de mate waarop de school inspeelt op de bijzondere begaafdheden van het kind
-
vrienden: de reactie van peers/vrienden op de bijzondere begaafdheden alsook het onderhouden van contacten met ontwikkelingsgelijken.
Hieruit voortvloeide het volgende model:
De basis van de diagnostiek (en begeleiding/behandeling) bij psychologenpraktijk10 is gelegen in het Differentiatiemodel van Begaafdheid en Talent van Gagné (2010). Op basis van dit model wordt enerzijds gekeken maar de aangeboren vaardigheden (aanlegfactoren zoals intelligentie, sensitiviteit, analytisch vermogen en creativiteit) en worden daarnaast het (geboden) leerproces, de omgevingsfactoren en intrapersoonlijke factoren in kaart gebracht. Deze factoren zijn namelijk bepalend in het al dan niet tot uiting (kunnen) komen van een aangeboren talent.